Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat tussen enquêteur X en de payrollorganisatie via welke hij werkt een fictieve dienstbetrekking bestaat. Geen kostenaftrek.

Belanghebbende, X, heeft zijn werkzaamheden als enquêteur/opinieonderzoek voor een derde partij verricht met tussenkomst van een payrollorganisatie. In geschil is of X recht heeft op aftrek van reis- en administratiekosten in zijn aangifte ib/pvv 2013.

Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is er vanwege het ontbreken van een gezagsverhouding tussen X en de payrollorganisatie geen sprake van een "echte" dienstbetrekking. Wel is er volgens de rechtbank sprake van een fictieve dienstbetrekking op grond van art. 2a Uitv.besl. LB 1965. Deze bepaling geldt weliswaar voor uitzendkrachten maar volgens de rechtbank komt de situatie van X daarmee overeen. De kostenaftrek is door de inspecteur terecht geweigerd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 2a

Wet op de loonbelasting 1964 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 3 februari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen