Hof Amsterdam bevestigt in hoger beroep dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat de mededeling over de hoogte van de invorderingsrente geen voor bezwaar vatbare beschikking is.

Aan belanghebbende, de heer X, zijn in oktober 2005 twee IB/PVV-aanslagen opgelegd. In januari 2009 stuurt de ontvanger een brief aan X. Hierin staat dat de desbetreffende aanslagen nog steeds open staan en tot hoeveel de invorderingsrente inmiddels is opgelopen. X maakt hier bezwaar tegen. Rechtbank Haarlem oordeelt dat de berekeningen slechts zijn bedoeld als voorlichting om aan te geven met welke invorderingsrente X bij betaling op die dag rekening zou moeten houden. De uiteindelijke beschikkingen invorderingsrente, waartegen wel bezwaar open staan, worden namelijk pas vastgesteld zodra de betalingen daadwerkelijk binnen zijn. De ontvanger heeft het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk verklaard. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam bevestigt dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld dat de mededeling over de hoogte van de invorderingsrente geen voor bezwaar vatbare beschikking was. Het tegen die mededeling gerichte bezwaar is dus terecht niet-ontvankelijk verklaard.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Invordering

Instantie: Hof Amsterdam

1

Gerelateerde artikelen