Er wordt beoogd dat het belastingverdrag met Cyprus met ingang van 1 januari 2023 van toepassing is. Dat schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën aan de Tweede Kamer. Dit verdrag wordt ook nog ter uitdrukkelijke goedkeuring voorgelegd, nu de Eerste Kamer daarom heeft verzocht.

Het verdrag is op initiatief van Nederland tot stand gekomen vanwege de wens met alle EU-lidstaten een belastingverdrag te hebben, om zo de politieke en economische samenwerking te bevorderen. Van Rij somt de bepalingen in het verdrag op waardoor belastingontwijking wordt tegengegaan. Nu alle antimisbruikbepalingen zijn opgenomen die op grond van het verdragsbeleid vereist zijn, was er voor Nederland geen noodzaak om nog andere antimisbruikbepalingen voor te stellen. Cyprus staat niet op de EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden. Ook is er geen sprake van een laagbelastende staat.

Verder gaat van Rij nog in op de onderlinge overlegprocedure en arbitrage. Ook bevestigt hij dat de Wet bronbelasting 2021 binnen de reikwijdte van het verdrag valt.

Lees ook het thema: Wet excessief lenen bij eigen vennootschap.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 3 juni

94

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen