Rechtbank Breda oordeelt dat in casu de parkeerplaats als weg in de zin van art. 5 Wet MB 1994 is aan te merken, ondanks dat de parkeerplaats privé-terrein is en er een bord staat met "verboden toegang".

De heer X is houder van een auto, waarvan het kenteken tot en met april 2012 is geschorst. In september 2011 wordt geconstateerd dat de auto op een parkeerplaats bij een garagehouder staat. In geschil is de MRB-naheffing over de periode 9 april 2011 tot en met 9 oktober 2011 en de boete van 100%, zijnde € 158. In bijzonder is in geschil of met de auto ten tijde van de controle gebruik wordt gemaakt van de weg in de zin van art. 5 Wet MRB 1994.

Rechtbank Breda oordeelt dat de parkeerplaats als weg is aan te merken, ondanks dat het privé-terrein is en er een bord staat met "verboden toegang". Er zijn namelijk geen fysieke belemmeringen aangebracht om de toegang te beperken. Ook de vergelijking die X maakt tussen de parkeerplaats en een niet van een trottoir afgescheiden inrit van een woning, gaat niet op. Niet aannemelijk is dat het algemeen rijverkeer een inrit van een woning zal gebruiken en de rechthebbende(n) van een dergelijke inrit dat gebruik zal (willen) gedogen zoals dat bij de parkeerplaats het geval is. De boete is ook terecht. De eigenaar van de garage waar de auto in reparatie was, wist namelijk niet dat de auto was geschorst. Het feit dat de garage niet van de schorsing op de hoogte was, dient voor rekening en risico van X te komen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 25 april

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen