Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verhuurderheffing niet in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM. Verder geldt de vrijstelling van tien woningen per belastingplichtige, en niet per mede-eigenaar.

Belanghebbende, X, en haar twee zussen hebben 44 huurwoningen in eigendom. Ter verdeling van de kosten en opbrengsten hebben de zussen een maatschap opgericht. De WOZ-beschikkingen van de woningen zijn op naam van X gesteld, die ook de aangifte verhuurderheffing doet. Volgens X is de verhuurderheffing in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM. Verder stelt X dat de vrijstelling van tien woningen per mede-eigenaar geldt, en niet alleen voor haar.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verhuurderheffing niet in strijd is met art. 1 Eerste Protocol EVRM. Volgens de rechtbank heeft de verhuurderheffing namelijk een basis in het nationale recht die voldoende toegankelijk, precies en voorzienbaar is in de uitoefening en vergezeld gaat van procedurele garanties die de betrokkene een redelijke mogelijkheid bieden tot effectieve betwisting van de rechtmatigheid van de inbreuk. Dat X, naast de verhuurderheffing, ook nog IB en OZB moet betalen, acht de rechtbank niet van belang. Verder heeft X ook niet recht op een hogere vrijstelling, omdat de vrijstelling van tien woningen geldt per belastingplichtige, en niet per mede-eigenaar. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.1

Wet maatregelen woningmarkt 2014 II 1.3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Verhuurderheffing

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 29 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen