De Hoge Raad oordeelt dat bij het bepalen van de afschrijving met behulp van de taxatiemethode de lagere CO2-uitstoot van de Nederlandse referentieauto niet relevant is.
X doet BPM-aangifte voor een uit Oostenrijk afkomstige Mercedes Benz A 200 D 4Matic met schade en voldoet € 757. Bij hertaxatie door Domeinen blijkt de schade al te zijn hersteld. In geschil is de naheffing van € 3.864. Volgens Rechtbank Gelderland rechtvaardigt het schadeverleden een waardedruk van € 4.000. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor het bepalen van de afschrijving het niet uitmaakt dat de werkelijke CO2-uitstoot (124 per km) hoger is dan die van de Nederlandse referentieauto (99 gram per km). De 4Matic was namelijk niet leverbaar in Nederland. Door een extra leeftijdskorting wordt aanslag verlaagd tot € 3.045. X stelt in cassatie dat moet worden uitgegaan van de werkelijke CO2-uitstoot. De Hoge Raad oordeelt dat bij het bepalen van de afschrijving met behulp van de taxatiemethode de lagere CO2-uitstoot van de Nederlandse referentieauto niet relevant is. De BPM op het tijdstip waarop de auto voor het eerst in gebruik is genomen, moet dus worden gebaseerd op de werkelijke CO2-uitstoot van 124 gram per km. Het beroep van X is gegrond. Rekening houdend met de niet meer in geschil zijnde taxatiewaarde en het recht op extra leeftijdskorting wordt de aanslag verlaagd tot € 2.666.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 27 december
Informatiesoort: VN Vandaag
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief