Minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft de derde nota van wijziging op de Wet toekomst pensioenen naar de Tweede Kamer gestuurd. De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel toekomst pensioenen wordt met deze nota van wijziging verschoven van 1 januari 2023 naar 1 juli 2023.
De transitieperiode ten behoeve van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel wordt niet verlengd: alle pensioenuitvoerders moeten uiterlijk op 1 januari 2027 de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel afgerond hebben. Het fiscale kader wordt aangepast vanwege het uitstel van de beoogde inwerkingtreding. Dit uitstel leidt niet tot wijzigingen van het fiscale kader in de tweede pijler.
Voor de verruiming van het fiscale kader van de derde pijler is voorzien in terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023. Het is uitvoeringstechnisch niet werkbaar om binnen één kalenderjaar een splitsing te maken in de fiscale ruimte voor de periode tot 1 juli 2023 en de periode daarna. Daarom wordt voorgesteld de verruimingen in de derde pijler in werking te laten treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2023. Voor het harmoniseren van het AOW-drempelbedrag in de tweede en derde pijler wordt voorgesteld deze maatregel met ingang van 1 januari 2024 in werking te laten treden.
Verder zijn in deze derde nota van wijziging nadere kaders gesteld voor een evenwichtige transitie en zijn wijzigingen opgenomen voor werkenden zonder pensioenopbouw. Daarnaast zijn enkele bepalingen die zien op nabestaandenpensioen aangepast en is een aantal technische en redactionele wijzigingen doorgevoerd.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Staten-Generaal