Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X wordt gezien als inwoner van Nederland en terecht als binnenlands belastingplichtige is aangeslagen. Wel is geconstateerd dat partijen zich echter nog onvoldoende hebben uitgelaten over hun standpunten. Daarom heeft de rechtbank het onderzoek heropend en zal voor nu iedere verdere beslissing aanhouden.

Belanghebbende, X, is een Nederlandse wetenschapper die voor een periode van twee jaar aan een universiteit in de VS werkt. Sinds zijn terugkeer in 2012 verricht X werkzaamheden bij zijn bv, waar hij sinds 2010 alle aandelen in heeft. In geschil is of X in 2011 en 2012 binnenlands belastingplichtig is in de zin van art. 4 AWR.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat gedurende het verblijf van X in de VS een zo duurzame betrekking van persoonlijke aard met Nederland is blijven bestaan. X wordt gezien als inwoner van Nederland en dus is X terecht aangeslagen als binnenlands belastingplichtige. Wel is geconstateerd dat partijen echter zich nog onvoldoende hebben uitgelaten over hun standpunten. Daarom heeft de rechtbank het onderzoek heropend en zal voor nu iedere verdere beslissing aanhouden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

1

Gerelateerde artikelen