De Staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling bij de Tweede Kamer ingediend.

Het wetsvoorstel beoogt deze regelingen te beperken langs de lijnen van het (concept)initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Snels (GL), Leijten (SP) en Nijboer (PvdA) (zie V-N 2019/24.6 en V-N 2019/50.6).

Met het wetsvoorstel wordt het door de voorgestelde beperkende voorwaarden niet langer mogelijk voor een belastingplichtige om het tijdstip waarop een liquidatie- of stakingsverlies kan worden genomen naar willekeur te plannen. Dat geldt voor alle belastingplichtigen, ongeacht de omvang van het liquidatie- of stakingsverlies.

Daarnaast worden liquidatie- en stakingsverliezen groter dan € 5 miljoen en die opkomen buiten de EU, de EER of een staat waarmee de EU een specifieke associatieovereenkomst heeft gesloten niet langer in aanmerking genomen. De voorgestelde beperkingen van de liquidatie- en stakingsverliesregeling treden in werking per 1 januari 2021.

Ten opzichte van het (concept)initiatiefwetsvoorstel zijn de nieuwe voorwaarden geïntegreerd in de huidige liquidatie- en stakingsverliesregeling. Daarnaast worden enkele aanvullende aanpassingen voorgesteld om de mogelijkheid om de nieuwe voorwaarden te omzeilen, te beperken en de eenvoud en uitvoerbaarheid van de regelingen te vergroten.

Voorgesteld wordt de liquidatieverliesregeling te beperken door deze uit te breiden met drie nieuwe voorwaarden: een kwantitatieve, een territoriale en een temporele voorwaarde. De territoriale en kwantitatieve voorwaarde zijn alleen van toepassing voor zover een liquidatieverlies meer bedraagt dan € 5 miljoen (franchise). Een liquidatieverlies boven deze franchise wordt slechts (volledig) in aanmerking genomen:

  • als de belastingplichtige doorslaggevende zeggenschap heeft in het ontbonden lichaam (kwantitatieve voorwaarde); en
  • het ontbonden lichaam is gevestigd in Nederland, een andere EU-/EER-lidstaat of een staat waarmee de EU een specifieke associatieovereenkomst heeft gesloten (territoriale voorwaarde).

De toets aan de nieuwe kwantitatieve en territoriale voorwaarde vindt plaats op het tijdstip direct voorafgaand aan het voltooien van de vereffening. Er is een maatregel die verplicht dat een belastingplichtige in de vijf jaren onmiddellijk voorafgaand eveneens aan de kwantitatieve en territoriale voorwaarde moet voldoen.

Een doorkijkbepaling moet voorkomen dat aan de kwantitatieve en territoriale voorwaarde kan worden ontkomen door gebruik te maken van een (tussen)houdstervennootschap.

Naast de kwantitatieve en territoriale voorwaarde geldt de temporele voorwaarde. Hierdoor wordt een liquidatieverlies alleen in aanmerking genomen als de liquidatie plaatsvindt binnen een termijn van drie kalenderjaren na het kalenderjaar van staking dan wel het besluit daartoe. De temporele voorwaarde geldt ongeacht de omvang van het liquidatieverlies. De belastingplichtige heeft de mogelijkheid om zich te beroepen op de tegenbewijsregeling.

In de stakingsverliesregeling wordt een territoriale en temporele voorwaarde ingevoerd vergelijkbaar met die in de liquidatieverliesregeling. Er is geen kwantitatieve voorwaarde in de stakingsverliesregeling. Op grond van de territoriale voorwaarde is een stakingsverlies van meer dan € 5 miljoen alleen nog aftrekbaar als het verlies is geleden uit hoofde van een onderneming in de EU, EER of een staat waarmee een specifieke associatieovereenkomst is gesloten. Er geldt een uitzondering voor twee typen investeringen:

  • een als belegging gehouden onroerende zaak in een derde staat; en
  • een als belegging gehouden medegerechtigheid tot het vermogen van een in een derde staat gedreven onderneming.

Voor de toepassing van de liquidatie- en stakingsverliesregeling geldt een overgangsbepaling ten aanzien van de temporele voorwaarde. Ook is er een specifieke overgangsbepaling met betrekking tot de doorkijkbepaling.

-------------------

Wetsvoorstel

Memorie van toelichting

Nader rapport

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 16 september

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

72

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen