Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de omstandigheid dat aan de initiële schatting van het inkomen een andere argumentatie was gekoppeld, niet maakt dat de schatting in het geheel onredelijk is.

Belanghebbende doet geen aangifte IB/PVV 2017. De inspecteur legt aanslagen IB/PVV en Zvw 2017 op. Hij is bij de schatting initieel uitgegaan van ROW in verband met arbeid, maar kwam nadat belanghebbende alsnog informatie verstrekte, erachter dat belanghebbende in plaats daarvan ROW heeft genoten in verband met de beëindiging van een terbeschikkingstelling. In geschil is onder meer of dit ertoe leidt dat de aanslagen tot een te hoog bedrag zijn opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de omstandigheid dat aan de initiële schatting van het inkomen een andere argumentatie was gekoppeld, niet maakt dat de schatting in het geheel onredelijk is. Dat de inspecteur zijn grondslagen voor de schatting heeft aangepast is ook logisch, aangezien belanghebbende pas nadat hij de ambtshalve aanslag had ontvangen, informatie heeft verstrekt. Naar het oordeel van de rechtbank is de schatting van het inkomen niet onredelijk en is de aanslag IB/PVV 2017 niet te hoog vastgesteld. Het feit dat geen ROW uit arbeid is genoten, betekent wel dat het bijdrage-inkomen te hoog is vastgesteld. De aanslag Zvw 2017 dient dienovereenkomstig te worden verminderd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Wet inkomstenbelasting 2001 3.92

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

7

Gerelateerde artikelen