Hof Amsterdam oordeelt dat partijen niet aannemelijk hebben gemaakt dat de WOZ-waarde van de woning van X op een ander bedrag moet worden vastgesteld dan de koopsom van € 560.000.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een hoekwoning met aanbouw, dakkapel en dakterras gelegen in de gemeente Bloemendaal. X heeft de woning op 1 oktober 2007 gekocht voor een bedrag van € 560.000. In geschil is de WOZ-waarde van de woning op waardepeildatum 1 januari 2008 (belastingjaar 2009). De gemeente verdedigt een WOZ-waarde van € 570.000. X bepleit een WOZ-waarde van € 435.000.

Hof Amsterdam oordeelt dat partijen niet aannemelijk hebben gemaakt dat de WOZ-waarde van de woning van X op een ander bedrag moet worden vastgesteld dan de koopsom van € 560.000. De gemeente maakt niet aannemelijk dat en waarom de waarde tussen de verkoopdatum 1 oktober 2007 en de waardepeildatum 1 januari 2008 is gestegen tot € 570.000. X overlegt een taxatierapport waarin de waarde is getaxeerd op € 435.000. Dit rapport kan het hof niet overtuigen onder meer omdat onderbouwende verkopen ontbreken en er niet is uitgegaan van de waarde op 1 januari 2008. Het hof oordeelt dat de rechtbank het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel terecht heeft verworpen. Nu de 11 woningen waarop X doelt niet nagenoeg identiek zijn, kan een beroep op de meerderheidsregel niet slagen. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

7

Gerelateerde artikelen