X komt in verzet tegen een uitspraak van de rechtbank. Om het verzet te behandelen nodigt de rechtbank X enkele malen uit voor een zitting, waarop de rechtbank, na verschillende gehonoreerde uitstelverzoeken, een definitieve zittingsdatum vaststelt. Kort voor de zitting dient X een wrakingsverzoek in, waardoor de zaak hoofdzaak geschorst wordt. De dag na de geplande zitting trekt X het verzoek weer in. De wrakingskamer neemt het verzoek in behandeling.
De wrakingskamer van Rechtbank Den Haag stelt vast dat het wrakingsverzoek dat verzoeker één dag later intrekt, uitsluitend dient om uitstel van zitting in de hoofdzaak te bewerkstelligen. De wrakingskamer is van oordeel dat dit misbruik van de wrakingsprocedure vormt. Het feit dat het wrakingsverzoek is ingetrokken doet daar niet aan af, omdat dit onderdeel van het misbruik vormt. De wrakingskamer legt daarom een wrakingsverbod in de hoofdzaak op.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:18
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 31 augustus