De inspecteur legt, in verband met een door hem ontvangen tip, een IB-navorderingsaanslag 2011 op aan X. Hangende de beroepsprocedure overlegt de inspecteur stukken en doet daarbij een beroep op (gedeeltelijke) geheimhouding. De geheimhoudingskamer van Rechtbank Gelderland oordeelt dat de beperking van de kennisneming van de stukken en daarmee de geheimhouding van de identiteit van de tipgever en een derde, die op initiatief van de inspecteur is benaderd, gerechtvaardigd is. Ook de geheimhoudingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de identiteit van de tipgever en de derde niet hoeft te openbaren. Op 22 augustus 2022 laat het hof weten dat de behandeling van de zaak weer wordt opgepakt. X wraakt daarop de rechter die de zaak verder inhoudelijk behandelt.
De wrakingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een wrakingsverzoek slechts kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de zaak behandelt. Aangezien het wrakingsverzoek van X ziet op alle leden van het hof, wordt zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Het hof overweegt daarbij dat de wet niet de mogelijkheid biedt van wraking van een rechtscollege in zijn geheel en dat het wrakingsverzoek van X in feite niets anders is dan een poging om een rechtsmiddel aan te wenden tegen de beslissing van de geheimhoudingskamer. De wrakingsprocedure is daar niet voor bedoeld.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden