De ING is niet verplicht haar relatie met een autohandelaar in het Gooi voort te zetten. Dat heeft de Amsterdamse voorzieningenrechter geoordeeld. De bank beëindigde die relatie omdat er veel contant geld in de onderneming omging en de contante stortingen ook niet te koppelen waren aan concrete transacties.
Rechtbank Amsterdam schatte daardoor in dat het risico op witwassen te groot is. De autohandelaar zegt zijn bedrijfsvoering sinds enige tijd te hebben aangepast om contant geld zoveel mogelijk te vermijden en de administratie inzichtelijker te maken. Dat heeft echter onvoldoende handen en voeten gekregen en was door de autohandelaar ook al eerder beloofd, in augustus 2020.
In het bedrijf ging veel contant geld om toen de ING besloot de relatie te beëindigen. In de periode tussen 4 januari 2018 en 2 februari 2022 zijn bedragen van € 822.790 en € 346.790 aan contante gelden gestort op de rekeningen van het autobedrijf. Vanaf 1 januari 2022 heeft de autohandelaar grote bedragen in contanten opgenomen van € 182.283 en € 376.764. Bij deze contante stortingen en opnames zet ING terecht vraagtekens, zo vindt de rechter.
Banken mogen rekeningen opzeggen bij vermoeden van witwassen. ING berekent de kosten van witwascontroles deels door aan zakelijke klanten.
Bron: Rechtbank Amsterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Financiële administratie, Strafrecht