Het Nederlandse bedrijfsleven als geheel krijgt waarschijnlijk maar weinig last van de fors opgelopen energieprijzen. Zelfs in een "extreem scenario" blijven de gevolgen beperkt, analyseerde De Nederlandsche Bank (DNB). Slechts een paar sectoren, zoals de metaal en chemie, worden "relatief hard geraakt". DNB adviseert de overheid daarom geen algemene compensatie te geven aan bedrijven voor de gestegen energieprijzen.
In het ergste geval stijgt het aantal verlieslatende bedrijven met 5,6 procentpunt, becijferde de centrale bank. De onderzoekers vergeleken de situatie van nu met de kredietcrisis in 2009. Toen was bijna 35 procent van de bedrijven verlieslatend.
DNB zegt dat generieke steun vanuit de overheid niet nodig is, ook omdat hogere overheidsuitgaven niet passen in een tijd van hoge inflatie, een krappe arbeidsmarkt en weinig faillissementen. Daarnaast hebben bedrijven vorig jaar en in de eerste maanden van dit jaar hoge winsten gehad, wat ruimte zou moeten geven voor financiële tegenvallers.
Gerichte financiële steun zou beter zijn, zegt de bank, om de marktdynamiek niet te verstoren. Bedrijven die in de kern gezond zijn, maar wel geldproblemen hebben, kunnen volgens de bank aankloppen bij private partijen. Dat geldt ook voor de zwaar getroffen sectoren, zoals de metaal- en chemie-industrie, die veel last hebben van de hoge energieprijzen omdat zij relatief veel energie nodig hebben voor de productie.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Omzetbelasting