Een erfgenaam kan een geërfd recht op ODV-termijnen niet aanwenden voor een direct ingaande tijdelijke nabestaandenlijfrente, die uitkeert aan die erfgenaam zelf. Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst heeft dit duidelijker tot uitdrukking gebracht in een vraag en antwoord.
De oudedagsverplichting (ODV) kan alleen worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrente, een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.125 of artikel 3.126a Wet IB 2001 (lijfrenteproduct). Een tijdelijke nabestaandenlijfrente die direct ingaat en aan de erfgenaam zelf uitkeert, voldoet niet aan deze wettelijke bepalingen. Een nabestaandenlijfrente gaat immers in na het overlijden van de belastingplichtige of de (gewezen) partner van de belastingplichtige die de lijfrente heeft afgesloten. En daar is in de omschreven situatie geen sprake van.
De erfgenaam kan het geërfde ODV-recht wel aanwenden voor een ander lijfrenteproduct dat wel voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.125 of 3.126a van de Wet IB 2001.
De vraag en antwoord (V&A 20-008) staat op de website van het CAP.
Bron: Avanzer Nieuws
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting