De Europese Commissie wil met een pakket wetsvoorstellen internetplatformwerkers in de EU beter beschermen. De commissie verwacht dat de nieuwe regels een einde zullen maken aan de schijnzelfstandigheid van 1,7 tot 4,1 miljoen chauffeurs, pizzakoeriers, schoonmakers en andere onlineplatformwerkers. Zij worden werknemer met bijbehorende rechten als een minimumloon, betaald ziekte- of zwangerschapsverlof, vakantie en pensioenopbouw.

Meer dan 28 miljoen mensen in de EU werken nu voor een onlineplatform. Daar zijn er momenteel 500 van in de EU, van kleine start-ups tot grote internationale bedrijven als Uber en Deliveroo. Van 22,5 miljoen van deze werkers is de status als werknemer of zelfstandige duidelijk en correct, aldus de commissie. Ze denkt dat vanwege de richtlijn niet alleen meer platformwerkers een arbeidscontract zullen krijgen maar dat daarnaast voor twijfelgevallen meer duidelijkheid komt over hun zelfstandigenstatus. De commissie neemt wettelijke stappen omdat ze verwacht dat het aantal platformwerkers in 2025 al zal zijn gegroeid tot 43 miljoen.

"We moeten het meeste uit het banenscheppende potentieel van digitale platforms halen", zegt Eurocommissaris Nicolas Schmit (Banen en Sociale Rechten). "Maar we moeten er ook voor zorgen dat het kwaliteitsbanen zijn, zodat mensen zekerheden hebben en hun toekomst kunnen plannen."

In de voorgestelde richtlijn somt de commissie vijf criteria op die bepalen of een onlineplatform wettelijk werkgever is. Dat is zo als het aan minimaal twee van die criteria voldoet. Als het platform bijvoorbeeld de pizzakoerier opdraagt werkkleding met het logo van het bedrijf te dragen, of bepaalt hoe lang hij werkt en de beloning vaststelt, dan is er sprake van een werkgever, meent het dagelijks EU-bestuur.

In het voorstel krijgen zowel werknemers als zelfstandigen bij platforms het recht op inzicht in hoe taken worden toegewezen en de prijzen worden berekend, en hoe ze worden gemonitord. Dat gebeurt via algoritmes maar de commissie eist ook een menselijke maat. Platformwerkers moeten kunnen communiceren met hun opdrachtgever en ook collectief over arbeidsvoorwaarden kunnen onderhandelen.

Het platform of de werker kan altijd naar de rechter stappen als er onvrede bestaat over de arbeidssituatie. Als het platform bestrijdt dat iemand een werknemer is moet het platform dat zelf bewijzen, niet de platformwerker. Als de platformwerker zzp’er wil blijven terwijl het bedrijf als werkgever wordt beschouwd, moet het platform helpen om tot een oplossing te komen.

Er zijn in de EU al meer dan honderd uitspraken van rechtszaken over de status van platformwerkers gedaan. In de meeste gevallen, zoals in Nederland over Uber en Deliveroo, moesten de platformwerkers als werknemers worden aangemerkt.

De lidstaten en het Europees Parlement moeten het eens worden over de richtlijn.

Bron: ANP

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Arbeidsrecht, Europees belastingrecht

3

Gerelateerde artikelen