Deze week publiceerde Hof Arnhem-Leeuwarden een opmerkelijke uitspraak uit het bestuursrecht. In de categorie lichte verkeersovertredingen oordeelde het hof dat een automobilist een administratieve boete van € 240 op grond van de Wet Mulder, voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden, niet hoeft te betalen.
"Ik heb hem gewoon op schoot liggen en ik zat er inderdaad naar te kijken", verklaarde de automobilist tegen de verkeersagent na de staandehouding. Toch stelt het hof vast dat het op schoot of op het been hebben van een mobiele telefoon niet kan worden gezien als 'vasthouden' in de zin van artikel 61a Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Deze bepaling luidt als volgt:
"Het is degene die een voertuig bestuurt verboden tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat dat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerking vast te houden."
In deze zaak kan volgens het hof niet worden vastgesteld dat de telefoon is vastgehouden tijdens het rijden. Rechtbank Noord-Nederland vond in eerste instantie dat onder het begrip vasthouden ook moet worden verstaan het op schoot hebben van de mobiele telefoon en dat de automobilist de boete van het CJIB gewoon moet betalen. Deze uitspraak van de rechtbank is dus nu van de baan.
Bron: Rechtspraak.nl
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen