De consument wist niet dat de Staatsloterij prijzen trok uit een pot waarin ook onverkochte loten zaten. De winstkansen waren dus kleiner dan de consument dacht. Daarom is sprake van misleiding. Dat andere loterijen het ook zo deden, zoals de Staatsloterij aanvoert, verandert dat niet, zo oordeelt de Hoge Raad vandaag. De Hoge Raad verwerpt dan ook het cassatieberoep dat de Staatsloterij instelde tegen de eerdere uitspraak van het hof.
Stichting Loterijverlies heeft mede namens 23.000 personen een procedure aangespannen tegen de Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij. De Staatsloterij zou kopers van staatsloten in de periode 2000-2008 hebben misleid als het gaat om: (1) het gegarandeerd zijn van de prijzen, (2) de hoogte van de winkansen en (3) het aantal grote prijzen per trekking.
Ook de klachten van Loterijverlies heeft de Hoge Raad afgewezen. Het hof oordeelde terecht dat de Staatsloterij niet iedere maand de wettelijk voorgeschreven 60 procent van de inleg hoefde uit te keren. Het volstaat wanneer dit percentage in een jaar wordt gehaald.
Loterijverlies wilde in dit verband dat de Staatsloterij wordt verplicht het aantal loten per trekking te beperken. Maar dat kan niet meer, meent de Hoge Raad. De wetgever heeft namelijk sinds 1967 een onbeperkte lotenuitgifte mogelijk gemaakt. Dit is ook praktijk geworden en de toezichthoudende instanties zijn hiertegen niet opgetreden.
Bron: de Rechtspraak
0