De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft met belangstelling kennisgenomen van de Nota van wijziging bij het wetsvoorstel tot Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2018) (34 785) en van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (34 819).
De Nota van wijziging en het Wetsvoorstel uitfasering Hillen-aftrek geven de Orde aanleiding tot het maken van enkele opmerkingen over de aanpassing van box 3 en over de uitfasering van de Hillen-aftrek. Ten aanzien van de uitfasering van de Hillen-aftrek wijst de Orde op de mogelijkheid, teneinde het evenwicht tussen aftrek van kosten en belastbaarheid van inkomsten in de eigenwoningregeling te herstellen, om voortaan het volledige inkomen uit eigen woning, zowel positief als negatief, te belasten tegen het (nieuwe) eerste schijftarief van (afgerond) 37%. Hiermee wordt de pijn van de afschaffing van de Hillenaftrek naar de mening van de Orde enigszins verzacht. De Orde stelt voor de staatssecretaris te vragen op deze mogelijkheid in te gaan.
Tevens maakt de Orde van de gelegenheid gebruik om enkele opmerkingen te maken naar aanleiding van de schriftelijke antwoorden op vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 30 oktober 2017 over het pakket Belastingplan 2018 over de verdeling van de huwelijksvermogensgemeenschap.
Het commentaar is hieronder als bijlage opgenomen.
Bron: NOB
2