De NOB informeert de wetgever welke opties er zijn om box 3 aan te passen per 1 januari 2020 om voorzichtige spaarders rechtsherstel en dus rechtszekerheid te bieden. De Orde geeft drie ‘quick fixes’ die zonder ingrijpende wijzigingen in de wetgeving en de automatisering van de Belastingdienst te realiseren zijn en in enige dan wel geruime mate tegemoetkomen aan de opdracht die de Hoge Raad bij de wetgever heeft gelegd in de box 3-arresten.

De Orde gaat in op de volgende quick fixes in box 3:

  • Optie 1 – verhoging van het heffingvrije vermogen
  • Optie 2 – invoering van een ‘carve out’ voor spaartegoeden en tegenbewijsregeling
  • Optie 3 – aansluiten bij werkelijk rendement spaartegoeden

‘Quick fixes’ voor spaargeld op korte termijn en op langere termijn een structurele oplossing voor alle box 3 bezittingen zijn zeker nodig. De Orde wil echter graag benadrukken dat de focus op het oplossen van het beleggingsvraagstuk, slechts één onderdeel van de inkomstenbelasting, niet los kan worden gezien van de rest van de inkomstenbelasting. De Orde bepleit een bredere herziening van de inkomstenbelasting en benadrukt voorts dat het daarbij van groot belang is om aandacht te gegeven aan de fundamenten van een inkomstenbelasting, zoals een zuiver inkomensbegrip, minder verstoring tussen verschillende typen inkomen, draagkracht, eenvoud en uitvoerbaarheid.

Lees de notitie van de NOB.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

0

Gerelateerde artikelen