De NOB vraagt om een zekere mate van souplesse voor de timing van de registratieplicht voor exploitanten van cryptoactiva, gezien de onduidelijkheden over de nieuwe regels. Dit schrijft de NOB in haar reactie op de internetconsultatie ‘Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling cryptoactiva’.

In de concept-memorie van toelichting wordt opgemerkt dat de registratie moet plaatsvinden vóór het einde van de termijn waarbinnen de exploitant van cryptoactiva moet rapporteren. De NOB vraagt zich af of hier de nuance gemaakt kan worden dat de registratie ‘in beginsel’ voor deze termijn moet plaatsvinden of ‘naar verwachting’ zal moeten plaatsvinden. In de praktijk zal het namelijk veel voorkomen dat er vanwege de nieuwe regels nog veel onduidelijkheid zal bestaan over de toepassing daarvan, met name of sprake is van een rapporterende aanbieder of niet. Zo is er momenteel geen nadere invulling van het begrip “invloed of controle”.

Ook vraagt de NOB zich af of het niet – of te laat – registreren zal kunnen leiden tot een boete. De NOB meent dat zolang er sprake is van een pleitbaar standpunt, dit niet het geval is. Meer in zijn algemeenheid pleit de NOB voor een soft landing in verband met de nieuwe regels. De NOB voorziet in ieder geval dat niet elke persoon die mogelijk een exploitant van cryptoactivadiensten zou kunnen zijn, zich daadwerkelijk registreert voor 31 januari 2027 als gevolg van de onduidelijkheden.

Verder vraagt de NOB aandacht voor:

  • Uiterste rapportagedatum: de NOB vraagt om de rapportagedeadline van 31 januari (tijdelijk) aan te passen gezien de administratieve lasten en de onduidelijkheid over de bruikbaarheid van de gegevens voor de belastingaangifte;
  • Rechtsbescherming: de NOB vraagt te verduidelijken dat personen die niet rapportageplichtig zijn wel rechtsbescherming (zouden moeten) hebben, en dat bezwaar en beroep voor hen open staat, en niet alleen tegen de boete;
  • Informatieplicht aan gebruikers: de NOB vraagt te verduidelijken dat de kennisgeving aan gebruikers van cryptoactiva eenmalig is en uiterlijk op 31 januari moet plaatsvinden;
  • Sancties en boetes: de NOB pleit voor het nader verduidelijken welke gedragingen precies beboetbaar zijn, zoals ook het Verenigd Koninkrijk in haar CARF-wetgeving heeft opgenomen;
  • Administratieve lasten: de NOB wijst op de aanzienlijke administratieve lasten voor rapporterende aanbieders van cryptoactivadiensten en vraagt om een realistischer beeld te schetsen van deze lasten;
  • Te rapporteren gebruikers: de NOB stelt voor om de definitie van “te rapporteren gebruiker” uit te breiden met landen waarmee een uitwisselingsverdrag van kracht is voor CARF naast EU-lidstaten;
  • Wider approach voor klantidentificatie: de NOB pleit voor een wettelijke mogelijkheid om tijdens de client due diligence procedure gegevens van alle gebruikers te verzamelen en te bewaren, ook voor landen waarmee Nederland nog geen CARF MCAA heeft gesloten.

Lees de hele reactie.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

187

Gerelateerde artikelen