Bezitters van een benzine- of dieselauto en motoreigenaren in Noord-Holland moeten vanaf 1 januari 9,5 procentpunt meer opcenten betalen, het provinciale deel van de motorrijtuigenbelasting. Ondanks de stijging van gemiddeld 22 euro per jaar blijft het tarief in Noord-Holland het laagst van alle provincies.
De coalitiepartijen VVD, BBB, GroenLinks en PvdA spraken in hun akkoord af de opcenten te verhogen van 67,9 naar 77,4 procent bovenop het landelijke tarief, om de uitgaven te kunnen dekken. De VVD noemde de verhoging eerder "een heikel punt", maar is tevreden dat het Noord-Hollandse tarief het laagste blijft.
In de andere provincies worden de tarieven niet of minder verhoogd, hoewel dat nog officieel moet worden vastgelegd. Het gemiddelde tarief ligt rond de 84 procent. Autobezitters in Noord-Brabant en Utrecht zijn ook relatief goedkoop uit.
In Drenthe, Groningen, Gelderland en Zuid-Holland ligt het tarief boven de 90 procent. In die laatste provincie gaat het tarief naar verwachting omhoog van 95,7 procent naar 98,7 procent. Daarmee wordt Zuid-Holland de duurste provincie. Groningen bezet nu nog die plaats, maar die provincie heeft besloten het tarief de komende vier jaar te bevriezen.
De verhoging van de opcenten in Noord-Holland betekent dat een eigenaar van een Kia Picanto ruim 105 euro per jaar kwijt is in plaats van de huidige ruim 92 euro, bovenop de landelijke wegenbelasting van 136,50 euro. Iemand met een Range Rover P400 betaalt jaarlijks 84 euro meer aan opcenten, becijfert de provincie.
Voor motoreigenaren stijgen de opcenten in Noord-Holland met een dikke 2 euro. Elektrische auto's zijn landelijk tot en met 2024 vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting
Noord-Holland strijkt van ongeveer 1,2 miljoen auto- en motorbezitters naar verwachting 269 miljoen euro op, waarvan een kleine 40 miljoen uit de hogere opcenten en de voorziene groei van het wagenpark, inclusief lease-auto's in de provincie. De totale begrote inkomsten in 2024 bedragen 637 miljoen euro.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Belastingen van lagere overheden