De NOB heeft gereageerd op de internetconsultatie Wet implementatie EU-richtlijn transparantie inkomsten via de digitale platformeconomie en overige aanpassingen (DAC7).
De belangrijkste observaties, vragen, en aanbevelingen van de Orde worden als volgt samengevat:
- De Orde vraagt aandacht voor de rechtspositie en rechtsbescherming van belastingplichtigen en informatiehouders. De Orde wijst hierbij op het belang van goede informatievoorziening, in het bijzonder ten aanzien van natuurlijke personen.
- Het is van belang dat zowel de interpretatie als de handhaving van de richtlijn op Europees niveau wordt afgestemd. De Orde wijst op het belang van het creëren van rechtszekerheid en een gelijk speelveld, zowel binnen als buiten de EU.
- De door platformexploitanten verzamelde en uitgewisselde informatie kan tevens worden gebruikt voor de btw. Per 1 juli 2021 hebben platforms reeds verplichtingen om bepaalde informatie te verzamelen over platformverkopers en op verzoek te verstrekken aan EU-lidstaten op basis van de per die datum in werking getreden btw-wetgeving (in Nederland opgenomen in art. 34 lid 5 t/m 7 Wet OB). De Orde vraagt zich af of in de Memorie van toelichting kan worden ingegaan op deze samenloop van verplichtingen en in het bijzonder of aan kan worden geven op welke manier de in het ter consultatie voorgelegde voorstel genoemde verplichtingen nog bij kunnen dragen aan de heffing en inning van btw naast de reeds bestaande btw-verplichtingen.
- De Orde vindt dat het wetsvoorstel en de toelichting daarop voldoende duidelijkheid moet scheppen over de reikwijdte ervan. In dit commentaar heeft de Orde een aantal aspecten van het voorstel benoemd ten aanzien waarvan volgens de Orde aanvullende duidelijkheid gewenst is.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Europees belastingrecht