Tachtig slachtoffers van de kinderopvangtoeslagzaak hebben aangifte gedaan tegen premier Mark Rutte. Het gaat daarbij om drie ambtsmisdrijven, zegt hun advocaat Vasco Groeneveld woensdag. Vorige maand deed Groeneveld namens een groep gedupeerden aangifte tegen vijf andere (oud-)bewindslieden.
De raadsman vond het toen te vroeg om ook de (inmiddels demissionaire) minister-president in de aangifte te betrekken. "Daarna is er nieuwe, belastende informatie bij gekomen over, zoals voormalig minister van Sociale Zaken Asscher het noemde, ‘de onrechtmatige jacht door de Belastingdienst op duizenden gezinnen’."
Volgens Groeneveld heeft Rutte tijdens het Kamerdebat over de affaire op 19 januari gezegd dat het kabinet vanaf mei/juni 2019 wist hoe groot en omvangrijk de problematiek was. "Dat betekent: vele duizenden gedupeerden. De premier erkende ook dat hij vanaf die tijd ‘direct betrokken’ was bij het dossier. Bij de parlementaire ondervragingscommissie bleef hij hier nog vaag over."
Groeneveld: "Uit nieuw vrijgegeven stukken blijkt dat de premier sinds mei 2019 heeft meebeslist over te nemen stappen. Toch is het illegale invorderen door de Belastingdienst doorgegaan tot november 2019 of langer. Ook was hij al in het najaar van 2018 op de hoogte van misstanden bij de afdeling Toeslagen. Hij werd toen voorbereid op lastige vragen van de pers."
Volgens de aangevers heeft Rutte beschikkingen laten bestaan terwijl hij wist dat de wet werd geschonden. Daarnaast heeft hij opzettelijk of door grove schuld nagelaten wetten uit te voeren, menen de aangevers.
"Rutte heeft niet ingegrepen toen mijn cliënten ambtelijk werden opgejaagd en beroofd", zegt Groeneveld. "De schending van de rechtsorde door de overheid is ongekend in de moderne Nederlandse geschiedenis. Voor zulke ernstige gevallen heeft de wetgever ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht opgenomen."
Groeneveld deed op 12 januari aangifte tegen de ministers Tamara van Ark (Medische Zorg), Wopke Hoekstra (Financiën) en Eric Wiebes (Economische Zaken). Daarnaast werden voormalig staatssecretaris van Financiën Menno Snel en oud-minister Lodewijk Asscher in die aangifte betrokken.
De aangifte tegen Rutte is een aanvulling op de eerder gedane aangifte. In de aanvulling zijn de verdenkingen tegen Hoekstra en Snel uitgebreid met zogeheten opzetdelicten, waarin niet alleen sprake is van schuld, maar ook van opzet.
Bron: ANP
Informatiesoort: Nieuws