Per 1 januari 2015 is de flexibilisering van de Werkkostenregeling, de introductie van het noodzakelijkheidscriterium én een praktische administratieve verwerking en afrekensystematiek binnen de WKR een feit. Dat schrijft staatssecretaris Wiebes van Financiën vandaag in een brief naar de Tweede Kamer. SRA en NOAB zijn verheugd dat hun aanbevelingen uit de gezamenlijke position paper door de staatssecretaris zijn omarmd, waarmee een werkbare werkkostenregeling voor het mkb nabij is.
De Werkkostenregeling (WKR) is in zijn huidige vorm niet werkbaar voor het mkb. Bovendien helpt het huidige keuzeregime (de overgangsregeling tot 1 januari 2015) niet mee om de WKR geaccepteerd te krijgen. Dat gaat nu veranderen: vanaf 2015 geldt de WKR, maar dan wel in aangepaste vorm: 
  • Het noodzakelijkheidscriterium wordt gefaseerd ingevoerd. Vergoedingen en verstrekkingen die noodzakelijk zijn voor het werk, worden voortaan niet meer als loon aangemerkt.
  • Het onderscheid tussen vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen verdwijnt.
  • Jaarlijkse afrekensystematiek: De administratieve verwerking en afrekensystematiek gaat aansluiten op de bestaande administratie van het mkb.
  • De samenvoeging van vrije ruimtes binnen één concern wordt toegestaan: concernregeling.
  • Vrijstelling voor branche-eigen producten.
  • Introductie gemiddelde BTW-druk voor doorboekingen in de vrije ruimte.
  • Invoering nieuwe gerichte vrijstelling voor een aantal werkplekgerelateerde voorzieningen waarvoor nu nihilwaardering geldt, inclusief administratieve vereisten.
  • Verlaging van de vrije ruimte van 1,5% naar 1,2%.

Noodzakelijkheidscriterium: werkgever bepaalt

Het noodzakelijkheidscriterium wordt ingevoerd, te beginnen met gereedschappen en digitale hulpmiddelen. De werkgever bepaalt dan of een vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling van bijvoorbeeld een iPad noodzakelijk is voor het werk. De 'noodzakelijke' iPad wordt dan niet als loon aangemerkt. Ook hoeft de werkgever zich niet langer druk te maken over kwalificatievragen (is er sprake van belast loon en zo ja, op welke manier is het belast?) of waarderingsvoorschriften.
 
Met een open norm zoals het noodzakelijkheidscriterium is maatwerk mogelijk, onder meer via vooroverleg (Horizontaal Toezicht), standpuntbepaling en jurisprudentie. Eventueel misbruik wordt tegengegaan door in de WKR opgenomen gebruikelijkheidstoets. De gebruikelijkheidstoets is ook een oplossing voor de problemen rond de werkplekdefinities, waarmee de vraag 'Wat is een werkplek en wat niet?' kan worden beantwoord. 

Afrekensystematiek en concernregeling

In zijn huidige vorm zorgt de WKR voor meer administratieve handelingen en kosten voor het mkb. NOAB en SRA hebben daarom gepleit om de WKR-beoordeling niet meer te koppelen aan de aangiftetijdvakken voor de loonheffingen maar over te gaan op eenmalige vaststelling aan het einde van het boekjaar. Deze methode sluit aan bij de financiële administratie van ondernemers.
 
Voor ondernemers is het praktisch om de WKR af te wikkelen via de loonaangifte in de maand januari volgend op het boekjaar. De definitieve afrekening komt dan tegelijk met de IB- of VpB-aangifte en de bestaande uitstelregelingen daarvoor, via een correctiebericht op de loonaangifte december van het betreffende boekjaar. Ook het pleidooi voor de concernregeling, waarbij alle vrije ruimtes van verschillende concernonderdelen met elkaar worden gesaldeerd, heeft staatssecretaris Wiebes meegenomen in zijn voorstel aan de Tweede Kamer.

BTW-boeking in vrije ruimte

Een ander punt dat NOAB en SRA aankaartten bij de staatssecretaris, gaat over de vastleggingen in de financiële administratie van werkgevers die exclusief BTW geboekt worden. Het loondomein heeft echter vastleggingen inclusief BTW als uitgangspunt. Het verzoek was dan ook om een wettelijke maatregel te treffen om de doorboeking naar de vrije ruimte te corrigeren met een gemiddelde BTW-druk. Voor de oplossing van dit knelpunt is volgens de staatssecretaris geen wetswijziging nodig. Bij het berekenen van het bedrag dat in de vrije ruimte wordt geboekt, kan de werkgever met de Belastingdienst afspreken dat hij de gemiddelde BTW-druk over de verschillende voorzieningen uit de vrije ruimte in aanmerking neemt.

Vrijstelling voor branche-eigen producten

Door de bestaande regeling voor personeelskorting in de vorm van een gerichte vrijstelling in de WKR te continueren, komt de staatssecretaris tegemoet aan werkgevers met relatief veel deeltijders en daardoor een relatief lage loonsom, zoals in de detailhandel. Door de lage loonsom hebben zij een relatief kleine vrije ruimte terwijl de kosten van vergoedingen en verstrekkingen niet automatisch lager zijn. Uit de consultatie kwam naar voren dat een afzonderlijke vrijstelling voor personeelskorting overwegend voorstanders kent.
 

Bron: SRA en NOAB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

1

Gerelateerde artikelen