Mede naar aanleiding van vragen door SRA heeft het Ministerie van Financiën het SRA op de hoogte gebracht van een verstoring ten aanzien van de belastingheffing over box 2-inkomen in bepaalde voorlopige aanslagen over 2014 die zij recent heeft gedetecteerd. Waar gaat het over? De achtergrond en inhoud van deze verstoring wordt hieronder toegelicht.
Als onderdeel van het begrotingsakkoord van 12 oktober 2013 is afgesproken om het tarief in box 2 bij een aanmerkelijk belang tot € 250.000 voor het belastingjaar 2014 te verlagen van 25 naar 22 %. Op het moment van het bereiken van dit akkoord waren de rekenregels voor het opleggen van de voorlopige aanslagen IH 2014 al in de rekenmodule van de Belastingdienst ingebouwd met een percentage van 25 %. Ook waren de eerste voorlopige aanslagen IH 2014 al berekend.
 
Op verzoek van de fiscaal dienstverleners heeft de Staatssecretaris in zijn besluit van 18 november 2014 goedgekeurd dat bij een verzoek om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2014 of een verzoek tot wijziging van zo'n voorlopige aanslag, als inkomen uit aanmerkelijk belang 22/25e deel van het verwachte te genieten voordeel wordt aangegeven. Deze goedkeuring geldt uitsluitend voor het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang tot en met € 250.000, waarbij de Belastingdienst weliswaar rekende met een percentage van 25 %, maar de uitkomst derhalve overeenkwam met een percentage van 22 %.

Te lage aanslagen

Op 3 april 2015 zijn de rekenregels ook in de rekenmodule van de Belastingdienst aangepast en worden de voorlopige aanslagen IH 2014 n.a.v. een ingediend verzoek of wijziging voorlopige aanslag op het onderdeel box 2 (inkomsten aanmerkelijk belang) tot € 250.000 berekend met het juiste percentage van 22 %. Een aantal fiscaal dienstverleners gaat er echter vanuit, dat de Belastingdienst nog met een percentage van 25 % werkt en heeft de grondslag voor de voorlopige aanslag daarom nog steeds met 22/25e vermenigvuldigd. Als gevolg van de aanpassing in de rekenmodule van de Belastingdienst is in deze gevallen die na 15 maart 2015 zijn ingediend sprake van te lage (volgende) voorlopige aanslagen voor een bedrag van maximaal € 7.500 (het verschil tussen 22 % x € 250.000 en 25 % x € 250.000). De Belastingdienst erkent dat de communicatie over dit onderwerp summier is geweest en biedt daarvoor haar excuses aan.
Sinds 15 maart 2015 heeft de Belastingdienst 2.700 verzoeken om een (volgende) voorlopige aanslag IH 2014 ontvangen, waarbij aanmerkelijk belang een onderdeel van het verzamelinkomen vormt. Hierbij hebben wij twijfels over de juistheid van de hoogte van het aangeleverde bedrag, omdat de intentie van de belastingplichtige en/of zijn fiscaal dienstverlener onvoldoende duidelijk is om tot ambtshalve aanpassing over te gaan. Het is voor de Belastingdienst immers niet na te gaan of bij het verzoek al dan niet de grondslag met 22/25e deel is vermenigvuldigd.

Wat te doen?

Als u vanaf 15 maart 2015 een verzoek heeft ingediend waarbij 22/25e over de eerste € 250.000 van het verwachte inkomen uit aanmerkelijk belang is aangegeven, adviseert het Ministerie u om een nieuw verzoek in te dienen met het totale verwachte inkomen uit aanmerkelijk belang. Dit om belastingrente te voorkomen over maximaal € 7.500 bij een voorlopige of definitieve aanslag IB 2014 die na 1 juli 2015 wordt opgelegd.
Daarnaast wil het Ministerie benadrukken dat vanaf nu bij alle nog in te dienen verzoeken en wijzigingen voorlopige aanslag IB 2014 waarbij sprake is van inkomen uit aanmerkelijk belang, altijd het verwachte totale inkomen aanmerkelijk belang aangeven zal moeten worden. 
 
 

Bron: SRA

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

0

Gerelateerde artikelen