Het kabinet constateert dat de economie momenteel op volle toeren draait en dat de werkgelegenheid is toegenomen. Nederlanders moeten de positieve effecten hiervan kunnen voelen in hun portemonnee. Het kabinet verlaagt daarom de lasten op arbeid en introduceert een twee belastingschijvenstelsel, dat in 2021 in werking treedt.
De tarieven in de tweede en derde schijf van het huidige stelsel worden stapsgewijs gelijkgetrokken met het nieuwe tarief in de eerste schijf (basistarief). Een bijkomend voordeel van het nieuwe stelsel, zo stelt het kabinet is dat het minder van belang wordt of het inkomen in een huishouden met één persoon of twee personen wordt verdiend. Dit maakt de fiscale behandeling van verschillende typen huishoudens evenwichtiger.
Het twee schijvenstelsel bestaat uit een gezamenlijk basistarief voor het inkomen tot en met € 68.507 en een toptarief voor het inkomen boven € 68.507. In 2021 moet het gezamenlijke basistarief uitkomen op 37,05%. Het nieuwe toptarief komt uit op 49,5%. De nieuwe eerste schijf bestaat uit twee delen. Voor belastingplichtigen die voor alle volksverzekeringen premie betalen is het gezamenlijke tarief in beide delen gelijk en is sprake van een tweeschijvenstelsel. Voor belastingplichtigen die niet of niet voor alle volksverzekeringen premieplichtig zijn, zoals AOW-gerechtigden, is het gezamenlijke tarief in het eerste deel lager dan in het tweede deel. Voor die belastingplichtigen is daarmee in feite sprake van een drieschijvenstelsel.
Belang voor de praktijk
Door de invoering van het tweeschijvenstelsel wordt beoogd om de besteedbare inkomens van belastingplichtigen met een inkomen in de huidige tweede, derde en vierde belastingschijf te laten stijgen. Het blijft een gegeven dat het besteedbaar inkomen niet alleen wordt bepaald door het belastingtarief maar door veel meer factoren zoals loonontwikkelingen, kosten van levensonderhoud en de stand van de (hypotheek)rente. Gezien de onzekerheden op dit vlak kan het zeker geen kwaad om periodiek de persoonlijke financiële situatie te analyseren en waar nodig het financiële plan bij te stellen.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden