Deze bizarre coronatijden zijn niet goed voor snelle rechtspraak. Er vinden minder zittingen plaats. Door zoveel mogelijk zaken – met toestemming van partijen – schriftelijk af te doen kan ook in de belastingrechtspraak de schade enigszins worden beperkt. Maar veel zaken wachten lang op een zitting.

En erger nog: de laatste cijfers van de Raad voor de Rechtspraak laten zien dat de werkvoorraad van de te behandelen beroepen in belastingzaken in 2019 ook alwas opgelopen.

Bij de Centrale Raad van Beroep heeft men er wat op gevonden. Dit rechtscollege deelde op 15 juni 2020 mee te starten met “een proef voor het bieden van oplossingsgerichte en snelle rechtspraak in begrijpelijke taal”. De proef gaat van start in een deel van de zaken over de Participatiewet. Een en ander gebeurt onder de naam ‘GOO’, wat staat voor Gericht Op Oplossing. De GOO-procedure is bedoeld voor partijen die in de stukken verklaren er samen te willen uitkomen. Deze verklaring vooraf is belangrijk. Na die verklaring vindt op korte termijn een zitting plaats met een rechter die extra is getraind in communicatieve vaardigheden die de zaak met partijen bespreekt en zo mogelijk een voorlopig oordeel kan geven. Komen partijen ter zitting niet tot een gezamenlijke oplossing, dan doet de rechter direct mondeling uitspraak. De rechter is in die uitspraak gebonden aan de wet en is dan geen mediator meer.

Voor burgers die één keer in hun leven aankloppen bij de bestuursrechter, is een jaar of langer wachten op de behandeling van hun zaak gelijk aan een eeuwigheid. Zo te zien is de GOO-procedure een ideale en snellere oplossing voor veel kleine zaken.

Biedt dit model ook mogelijkheden voor belastingrechtspraak? Waarom niet, zou ik zeggen. De zaken die doorgaans in Vakstudie Nieuws worden gepubliceerd, zijn meestal complex en lenen zich vaak niet voor een GOO-procedure. Maar elke ingewijde fiscalist weet dat er ook heel veel belastingberoepen van simpel niveau zijn en niet direct bijdragen aan de rechtsvorming. Voor dit soort zaken kan een oplossingsgericht voorgesprek met partijen onder leiding van een fiscaal deskundige rechter kort na het indienen van een beroepschrift en een verweerschrift tot een snellere uitkomst leiden.

Dit alles betekent wel dat bij menig rechter de knop even moet worden omgezet. Strijdende partijen bij elkaar brengen is iets anders dan enkel partijen aanhoren en dan beslissen. Het scheelt natuurlijk wel als de partijen van tevoren hebben gezegd samen tot een oplossing te willen komen. Daaraan kan de rechter ze dan houden.

In welke variant dan ook: voor de met veel zaken kampende fiscale bestuursrechtspraak liggen hier mogelijkheden. Let’s GOO!

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Carrousel: Carrousel

8

Gerelateerde artikelen