De Staatssecretaris van Financiën houdt er rekening mee dat de per-elementbenadering van toepassing is op de fiscale-eenheidsregeling in Nederland en heeft reparatiemaatregelen aangekondigd die met terugwerkende kracht ingaan. De staatssecretaris heeft daarnaast een toekomstbestendige concernregeling aangekondigd.

A-G HvJ EU Campos Sanchez-Bordona heeft op 25 oktober 2017, V-N 2017/52.12 geconcludeerd dat de zogenoemde per-elementbenadering van toepassing is op de Nederlandse fiscale-eenheidsregeling in de VPB. De Staatssecretaris van Financiën houdt er ernstig rekening mee dat het Hof van Justitie EU de conclusie van zijn A-G zal volgen en heeft nog op dezelfde dag spoedreparatiemaatregelen aangekondigd (V-N 2017/52.13). Die maatregelen komen erop neer dat een aantal wettelijke regelingen vanaf 25 oktober 2017, 11:00 uur moet worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid tot stand is gekomen. Deze maatregelen moeten behalve een aanzienlijke budgettaire derving, ook een naar het oordeel van de staatssecretaris in deze tijd onaanvaardbare, verdere uitholling van de heffingsgrondslag voorkomen.

De staatssecretaris heeft voorts aangekondigd dat de spoedreparatiemaatregelen binnen afzienbare tijd worden opgevolgd door een – zowel uitvoeringstechnisch als juridisch – toekomstbestendige concernregeling. Het is opmerkelijk dat hij niet meteen met een voorstel voor zo'n regeling komt. De staatssecretaris is immers al vanaf 2 september 2015, de datum van het arrest-Groupe Steria (HvJ EU 2 september 2015, nr. C-386/14, BNB 2015/223, V-N 2015/44.11) bekend met het reële risico dat de per-elementbenadering van toepassing zou kunnen zijn. Hij wekt nu de indruk dat hij dit risico heeft onderschat en hij vóór de conclusie van de A-G HvJ EU een andere uitkomst verwachtte.

Het kan zijn dat de staatssecretaris slechts tijd wil winnen en daarom de bestaande regeling, ook al is het in uitgeklede vorm, voorlopig in de lucht wil houden. Daarop wijst dat hij zich heeft beperkt tot ‘‘de waarschijnlijk meest kwetsbare elementen van de fiscale-eenheidsregeling'' (zie het verslag van 20 december 2017, V-N 2018/4.7) en hij wil afwachten of andere elementen ook onder vuur komen te liggen. Deze op de wat langere termijn gerichte aanpak lijkt in de eerste plaats het belang van de Belastingdienst te dienen. Die zal zijn werkwijze en systemen moeten aanpassen aan de nieuwe – ook uitvoeringstechnisch – bestendige concernregeling.

Het winnen van tijd is echter ook in het belang van de belastingplichtigen, omdat een toekomstbestendige concernregeling waarschijnlijk een aanzienlijk minder verstrekkend karakter zal hebben dan de huidige regeling. Een spoedige invoering van de nieuwe regeling is dan niet in hun voordeel. Een ander aspect is dat de staatssecretaris waarschijnlijk nog niet weet welke van de opties hij moet kiezen. Daarop wijst dat hij kennelijk niet alleen met het bedrijfsleven wil overleggen over de vormgeving en het moment van invoering van de nieuwe regeling, maar ook met het bedrijfsleven en belangengroeperingen de alternatieven wil onderzoeken (zie het verslag van 20 december 2017, V-N 2018/4.7).

Het is, met name met het oog op het fiscale ondernemingsklimaat, vanzelfsprekend een goede zaak dat het bedrijfsleven en andere belangengroeperingen zich kunnen uitlaten over een nieuwe concernregeling. Een nieuwe fiscale concernregeling is echter niet alleen van belang voor het bedrijfsleven. Het zou daarom beter zijn als de staatssecretaris open kaart speelt en inzicht geeft in wat de opties zijn waaruit zijns inziens zal moeten worden gekozen. Dan weet iedereen hoe het speelveld eruitziet en kan hij of zij zijn mening geven.

Informatiesoort: Uitvergroot

Rubriek: Vennootschapsbelasting

6

Gerelateerde artikelen