Aan X bv is over een termijn van twaalf maanden een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een 100% verzuimboete opgelegd. Bij een fotocontrole is namelijk een auto van X bv zonder handelaarskenteken op de openbare weg waargenomen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant maakt de inspecteur aannemelijk dat met de auto zonder handelaarskenteken van de openbare weg gebruik is gemaakt. Rekening houdend met de periode, waarin de auto tot de handelsvoorraad heeft behoord, wordt de boete wel gematigd. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank ten onrechte rekening heeft gehouden met de periode waarin de auto tot de bedrijfsvoorraad heeft behoord in het kader van de vraag welke boete passend en geboden is. Het punitieve karakter van de berekening van de na te heffen belasting over een termijn van twaalf maanden staat namelijk niet voorop. Het is een praktische maatregel die ertoe strekt de uitvoerbaarheid te bevorderen, zodat geen sprake is van dubbele bestraffing en schending van art. 6 van het EVRM (zie HR 19 december 2014, nr. 14/00478, V-N 2015/2.23.18). De periode, waarin de auto tot de handelsvoorraad heeft behoord, is voor de boete niet relevant. De boete van € 412 is passend en geboden. Het beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 29 juli