Belanghebbende, mevrouw X, koopt in april 2014 samen met haar echtgenote een onroerende zaak voor € 300.000. Volgens de koopovereenkomst is het een woning met ondergrond, erf, tuin en verdere aanhorigheden, alsmede twee percelen grond. De levering vindt plaats in 2015. Aangezien de woning zou worden verbouwd, was – met toestemming van de verkoper – reeds voor de levering begonnen met uitgebreide sloopwerkzaamheden. X heeft op aangifte 6% overdrachtsbelasting voldaan. In geschil is of het verlaagde tarief van 2% deels van toepassing is. In het bijzonder is in geschil of op het moment van heffing sprake is van een woning. Volgens de inspecteur is sprake van een situatie als bedoeld in onderdeel 9 van de bijlage bij het Besluit van 1 juli 2011, nr. BLKB2011/1290M, V-N 2011/36.6.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat het verlaagde tarief van toepassing is omdat sprake is van een onroerende zaak die naar zijn aard bestemd is voor bewoning. Het voorbeeld waar de inspecteur zich op beroept, is niet van toepassing. De onderhavige woning wordt namelijk niet gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Van de koopprijs van € 300.000 wordt € 76.000 toegerekend aan de percelen grond. Het verlaagde tarief is dus van toepassing op het restant van € 224.000. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 september