Advocaat-generaal IJzerman bespreekt de verhouding tussen naheffing van parkeerbelasting en de strafrechtelijke bestraffing van fout parkeren. Verder acht de A-G naheffing mogelijk wanneer wordt geparkeerd in strijd met de ter plekke geldende parkeerduurbeperking.
X is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting van de gemeente Hilversum. X stelt dat er geen sprake was van (fiscaal) parkeren maar van fout parkeren, hetgeen valt onder de Wet Mulder.
Advocaat-generaal IJzerman bespreekt de verhouding tussen naheffing van parkeerbelasting en de strafrechtelijke bestraffing van fout parkeren. De auto van X stond naar eigen zeggen iets voorbij de eerste haaientanden op de weg. X stelt dat dit feit weliswaar kan leiden tot een strafsanctie, maar niet tot constatering van (fiscaal) parkeren. De A-G stelt voorop dat heffing van parkeerbelasting alleen mogelijk is waar het gaat om parkeren op een plaats waarop dit doen of laten staan niet wettelijk is verboden. Hoewel X zijn auto op een verboden wijze heeft neergezet, stond die op een plek waar parkeren is toegestaan. Als de auto wordt neergezet op een plek waar parkeren in het geheel niet is toegestaan, past uitsluitend een strafsanctie. Het feit dat de auto binnen vijf meter van een kruispunt stond, is volgens de A-G niet strafbaar. De gemeente mocht dus parkeerbelasting naheffen. Daaraan doet evenmin af dat X heeft geparkeerd in strijd met de ter plekke geldende parkeerduurbeperking.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 15 november