A-G Van Hilten is van mening dat de activiteiten die de maatschap van operatieassistenten en anesthesiemedewerkers jegens de ziekenhuizen verricht onder de algemene noemer van ‘medische verzorging' vallen.

Belanghebbende, maatschap X, bestaat uit operatieassistenten en anesthesiemedewerkers. X verleent tegen vergoeding diensten aan diverse ziekenhuizen. Volgens Rechtbank Haarlem is X BTW-ondernemer en zijn haar diensten niet vrijgesteld van BTW. Hof Amsterdam bevestigt dit. X gaat in cassatie. Advocaat-Generaal Van Hilten is van mening dat de activiteiten die X via haar maten jegens de ziekenhuizen verricht onder de algemene noemer van ‘medische verzorging' vallen. De werkzaamheden in de operatiekamer zijn namelijk een wezenlijk onderdeel voor het welslagen van operaties. X kan volgens de A-G dus toch aanspraak kan maken op de vrijstelling voor medische verzorging. Dit ondanks dat het HvJ EU in zijn jurisprudentie suggereert dat de ziekenhuisvrijstelling alleen voor door ziekenhuizen in ziekenhuizen verrichte zorg geldt. Het maakt volgens de A-G ook niet uit dat de diensten van de maten via X worden verricht. Mocht de Hoge Raad bovenstaande visie niet delen, dan is volgens de A-G geen sprake van met die medische (ziekenhuis)verzorging nauw samenhangende prestaties. X is namelijk geen (soortgelijke instelling als een) ziekenhuis. De A-G concludeert primair tot gegrondverklaring en verwijzing.

[Bron Uitspraak][Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

28

Gerelateerde artikelen