Rechtbank Maastricht oordeelt dat de heffingsambtenaar X ten onrechte in de OZB-gebruikersheffing heeft betrokken, omdat het terrein op 1 januari 2012 niet werd gebruikt. 

X is eigenaar van een perceel bouwgrond. Het perceel is op 1 januari 2012 een braakliggend terrein waar nutsvoorzieningen ontbreken, waar geen bouwactiviteiten hebben plaatsgevonden en waarvoor geen omgevingsvergunningen zijn aangevraagd. De heffingsambtenaar van stadsregio Parkstad Limburg heeft X aangeslagen voor de OZB-gebruikersheffing. In geschil is de vraag of dat terecht is.Rechtbank Maastricht leidt uit de overwegingen van de Hoge Raad in zijn uitspraak van 6 januari 2012 (LJN BV0250) af dat er gebruikersbelasting kan worden geheven als de onroerende zaak feitelijk wordt gebruikt. Niet in geschil is dat er op de onroerende zaak nog in het geheel geen bouwwerkzaamheden of voorbereidende werkzaamheden zijn verricht. Dat X de onroerende zaak aanhoudt tot haar bouwplan kan worden gerealiseerd, is niet aan te merken als gebruik. Of haar bouwplannen al dan niet zijn uitgemond in vergunningaanvragen, is daarbij van ondergeschikt belang. De rechtbank verklaart het beroep gegrond.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Maastricht

17

Gerelateerde artikelen