Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat A ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde. A is namelijk met ingang van 13 augustus 2010 in de GBA van gemeente D ingeschreven.

A en B, de ouders van belanghebbende, X, emigreren in 1989 naar Spanje. Medio 2010 wordt A getroffen door een ziekte. A en B besluiten daarop om naar Nederland te komen en te herstellen. Zij schrijven zich vervolgens in de GBA van gemeente D in. B overlijdt begin 2011, en A enige tijd later. X is samen met zijn broers erfgenaam van A. X is het niet eens met de aan hem opgelegde aanslag successierecht, omdat hij van mening is dat A ten tijde van zijn overlijden in Spanje woonde.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat A ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde. De rechtbank wijst er daarbij op dat A en B met ingang van 13 augustus 2010 in de GBA van gemeente D zijn ingeschreven. Verder merkt de rechtbank op dat A daar over duurzame huisvesting beschikte, en dat een deel van de huisraad en persoonlijke bezittingen vanuit Spanje naar Nederland was overgebracht. Deze omstandigheden wijzen er volgens de rechtbank op dat A ten tijde van zijn overlijden in Nederland het duurzame middelpunt van zijn persoonlijke levensbelangen had. De aanslag successierecht is dan ook terecht aan X opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 1

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 29 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen