Het Bulgaarse ALTI OOD koopt in 2014 enkele landbouwwerktuigen van Fotomag EOOD. ALTI betaalt de aan haar uitgereikte nota’s en brengt de BTW-voorbelasting in aftrek. Omdat Fotomag de door haar verschuldigde BTW niet afdraagt, legt de Bulgaarse Belastingdienst een BTW-naheffingsaanslag op aan Fotomag. Vervolgens wordt ALTI aansprakelijk gesteld, niet alleen voor de BTW, maar ook voor de vertragingsrente. ALTI is het niet eens met de aansprakelijkstelling voor de vertragingsrente. De Bulgaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd is met het EU-recht dat Bulgarije ALTI, naast de niet-betaalde BTW, ook aansprakelijk stelt voor de vertragingsrente. Daarbij geldt dan wel dat ALTI, toen zij gebruik maakte van het recht op aftrek, wist of had moeten weten dat Fotomag de BTW niet zou afdragen. Van belang is dat de maatregel om de hoofdelijke schuldenaar te verplichten om de vertragingsrente over de hoofdschuld te voldoen er aan bijdraagt dat de schatkist de BTW doeltreffend kan innen. Het maakt de bestrijding van BTW-misbruik mogelijk.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Invordering
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 24 mei