Het waterschap heeft het gelijkheidbeginsel geschonden, door een garage enkel vanwege de aanwezigheid van een watermeter aan te merken als een bedrijfsruimte en terzake daarvan een aanslag op te leggen.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een woonhuis met een losstaande garage. De woning en garage - die vroeger in eigendom waren bij Rijkswaterstaat als woning respectievelijk werkruimte/garage – beschikken beiden over een eigen watermeter die nog in gebruik is. In geschil is of het Waterschap Scheldestromen de garage terecht afzonderlijk in de heffing van zuiveringsheffing bedrijfsruimte heeft betrokken.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar het gelijkheidbeginsel heeft geschonden, door een garage enkel vanwege de aanwezigheid van een afzonderlijke watermeter aan te merken als een bedrijfsruimte en ter zake daarvan aan X een aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimte op te leggen. De heffingsambtenaar heeft voor de garage van de buren van waaruit ook water wordt geloosd geen aanslag opgelegd. De beide garages vormen voor de toepassing van de zuiveringsheffing gelijke gevallen. Het enkele feit dat de garage van X wel en die van de buren niet over een watermeter beschikt, is volgens het hof geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de ongelijke behandeling aangezien het belastbare feit de afvoer van water betreft. In beide gevallen (wel of geen meter) is de hoeveelheid afgevoerd water in wezen onbekend en dus vormt de (toevallige) aanwezigheid van de watermeter geen rechtvaardiging voor de heffing. Het hoger beroep van het waterschap is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Milieuheffingen

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

0

Gerelateerde artikelen