X trouwt in 1995 met C, waarbij huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen. X is fysio- en manueeltherapeut en zet zijn eenmanszaak in 2006 om in een bv. De nieuwe accountant van X maakt conform de in dat jaar overeengekomen opdrachtbevestiging de jaarrekening op van de bv, de IB-aangiften van X en C en een opstelling van hun vermogens op grond van de huwelijkse voorwaarden. Vanaf 2015 is X in een echtscheiding verwikkeld. C stelt dat niet correct periodiek is verrekend en dat daarom een finale verrekening moet plaatsvinden. In geschil is of de accountant aansprakelijk is voor de schade die X stelt te hebben geleden. Rechtbank Oost-Brabant stelt X in het ongelijk, die in hoger beroep gaat.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X door het handelen en/of nalaten van de accountant geen schade heeft geleden. Vaststaat namelijk dat er in de jaren tot 2006, toen hij nog klant was bij een andere accountant, niet periodiek is verrekend. Door sinds 1995 geen uitvoering te geven aan het periodieke verrekenbeding moest er al op basis van wat vóór 2006 was voorgevallen finaal verrekend worden. Het feit dat de latere vermogensopstellingen niet door X en C zijn ondertekend, kan de accountant niet worden aangerekend. Bovendien hebben X en C niet finaal afgerekend, maar is een schikking getroffen. X maakt niet aannemelijk dat die schikking nadelig voor hem is.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Huwelijksvermogensrecht, Verbintenissenrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch