De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over de functionele valuta voor de vennootschapsbelasting (V-N 2011/27.12) herzien. Het besluit geeft het beleidskader voor de toepassing van de Regeling functionele valuta (RFV). De RFV geeft de voorwaarden waaronder de inspecteur op verzoek van de belastingplichtige kan toestaan het belastbare bedrag te berekenen in een andere geldeenheid dan de euro.
In het nieuwe besluit is paragraaf 6 over de samenloop met het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 aangevuld met een toelichtende opmerking over het verband met de objectvrijstelling. Daarin merkt de staatssecretaris voor de volledigheid op dat het desbetreffende onderdeel 6 overeenkomstig geldt bij toepassing van de objectvrijstelling. Dat houdt in dat ook onder de objectvrijstelling de winst van de vaste inrichting (kort gezegd) wordt berekend in de buitenlandse valuta en vervolgens voor de aftrek of bijtelling wordt omgerekend naar de euro. Bij toepassing van de RFV moet de in de buitenlandse valuta berekende winst voor de aftrek of bijtelling worden omgerekend naar de functionele valuta.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 22 maart