Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar het bedrijf van X terecht heeft ingedeeld in klasse 8, bij de berekening van de aanslag zuiveringsheffing, nu geen sprake is van gescheiden afvalwaterstromen.

X exploiteert een groothandel in aardappelen, groente en fruit. Ongeveer 75% van de bedrijfsactiviteiten bestaat uit verkoopactiviteiten en de overige 25% uit het bewerken van de producten om er panklare producten van te maken. Aan X is een aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimten opgelegd voor belastingjaar 2012. De heffingsambtenaar heeft de aanslag berekend naar tariefklasse 8. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bedrijf van X terecht in klasse 8 (niet in de tabel vermelde bedrijven) is ingedeeld en niet in klasse 7 (groentewasserijen). Nu slechts een klein deel van de onderneming uit een groentewasserij bestaat, kan niet de gehele onderneming worden ingedeeld in de categorie ‘groentewasserij'. De omstandigheid dat de groentewasserij binnen de groothandel het meeste afvalwater produceert, kan daaraan niet afdoen. De groentewasserij kan pas een afzonderlijk bedrijfsonderdeel vormen indien sprake is van voldoende gescheiden afvalwaterstromen. Het afvalwater van de groentewasserij wordt echter niet afzonderlijk gemeten. Volgens de rechtbank is dan geen sprake van voldoende gescheiden afvalwaterstromen en kan er voor de groentewasserij geen afzonderlijke (lagere) afvalwatercoëfficiënt in aanmerking worden genomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122k

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 22 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen