Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de proceskostenvergoeding ter zake van een administratief taxatierapport gelijk is aan dat van een rapport van een niet-inpandige taxatie.

Belanghebbende X tekent bezwaar aan tegen een WOZ-waardebeschikking ten aanzien van zijn woning en de aanslag die daarop gebaseerd is. Het bezwaar wordt gehonoreerd en de aanslag verlaagd. Hij ontvangt een proceskostenvergoeding waarin voor het hem uitgebrachte taxatierapport slechts is begrepen € 53 excl. BTW (terwijl de taxateur 2 uur tegen dat bedrag in rekening heeft gebracht). De heffingsambtenaar baseert zich daarbij op intern beleid, dat aan zou sluiten bij de Richtlijn van de Belastingkamers van de gerechtshoven.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de Richtlijn voor een taxatierapport ingeval van een niet-inpandige opname geen lagere proceskostenvergoeding kent dan (2 uur à € 53, excl. BTW =) € 106 excl. BTW. Ook niet ingeval van een zogeheten administratief taxatierapport. Het is irrelevant hoe de niet-inpandige taxatie is verricht. Verder oordeelt het hof dat de wegingsfactor ter zake van de proceskostenvergoeding conform het Richtsnoer proceskostenvergoeding 1 is, en niet 0,5 zoals de heffingsambtenaar voorstaat.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Sociale zekerheid algemeen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

18

Gerelateerde artikelen