Belanghebbende, X, is een succesvolle ondernemer in de behangsector. Op advies van een belastingadviseur van zijn vaste accountants- en belastingadvieskantoor Baker Tilly Berk nv (BTB) wordt vanaf 2006 een Cypriotische truststructuur opgezet. De bv van X draagt de licentierechten van een behangmerk over aan een Cypriotische limited voor € 6250. De winst in Nederland zal als gevolg hiervan worden afgeroomd met een jaarlijkse royalty van 10% over de begrote omzet van € 2,6 mln. Zowel het Bureau Vaktechniek Belastingadviseurs van BTB als de inspecteur constateren later dat de constructie geen enkele reële economische betekenis heeft. De inspecteur legt vervolgens (navorderings)aanslagen VPB en IB op en er worden strafrechtelijke onderzoeken gestart. X stelt BTB aansprakelijk voor de ontstane schade.
De civiele kamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het adviseren, opzetten en verder uitvoeren van de Cypriotische truststructuur een handelwijze is die een redelijk bekwaam en redelijk handelend belastingadviseur niet past. Baker Tilly is dan ook tekort geschoten in het nakomen van haar verplichtingen jegens X. De constructie heeft een onzakelijk karakter en heeft als enige doel om belastingheffing in Nederland te ontgaan. De fout die Baker Tilly heeft gemaakt is dusdanig ernstig dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat zij met een beroep op de exoneratieclausule wordt ontheven van de verplichting om het nadeel dat door het advies ontstaat, te vergoeden. De zakelijke positie van X en de kennis die hij van de exoneratieclausule en de strekking daarvan had, noch enige andere omstandigheid, volstaan voor een ander oordeel. Aangezien X, ondanks het evident onzakelijke karakter van de constructie en de daarbij gegeven waarschuwingen, toch voor deze risicovolle constructie heeft gekozen, heeft hij zelf bijgedragen aan de ontstane schade. Het oordeel van de rechtbank dat de vergoedingsplicht van BTB met 50% wordt verminderd wegens eigen schuld blijft in stand. Het vaststellen van de schadevergoeding moet volgens het hof plaatsvinden in de schadestaatprocedure.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 9 februari