Rechtbank Breda oordeelt dat X niet aangemerkt kan worden als ondernemer omdat X feitelijk nagenoeg al zijn werkzaamheden voor één gemeente heeft verricht.

Belanghebbende, X, is tot 1 december 2005 als beleidsmedewerker in dienstbetrekking werkzaam. Begin maart 2006 richt X samen met zijn echtgenote een vennootschap onder firma op. X werkt vanaf die tijd gedurende 600 uren als procesmanager bij een gemeente tegen een uurtarief van € 40. In 2006 heeft X nog één andere opdracht (het ontwerpen van een flyer). In geschil is of X in 2006 aangemerkt kan worden als ondernemer voor de inkomstenbelasting, en zo ja, of X voldoet aan de urennorm.

Rechtbank Breda oordeelt dat X niet aangemerkt kan worden als ondernemer omdat X feitelijk nagenoeg al zijn werkzaamheden voor één gemeente heeft verricht. Niet aannemelijk is dat X in 2006 in betekenende mate uitzicht had op opdrachten van andere opdrachtgevers dan deze gemeente. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat er enige reële basis was voor de in de VAR-aanvraag vermelde veronderstelling dat hij in 2006 naar verwachting 7 opdrachtgevers zou hebben. Omdat X in deze aanvraag niet de juiste informatie heeft verstrekt, faalt het beroep op het vertrouwensbeginsel. Ook aan de aanslagregeling van het jaar 2008 (waarnaar geen onderzoek heeft plaatsgevonden) of de aanslagregeling van zijn echtgenote (die geen ondernemingsfaciliteiten heeft geclaimd) kan X geen vertrouwen ontlenen. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

Editie: 13 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen