Aan de heer X zijn diverse navorderingsaanslagen en verhogingen c.q. vergrijpboetes (hierna samen: boetes) van 50% opgelegd vanwege een banktegoed in 1994 bij KB Lux. De aanslagen zijn in mei en juni 2003 opgelegd naar aanleiding van aanwijzingen waarover de inspecteur in oktober 2000 de beschikking kreeg. Begin 2002 gaf X direct openheid van zaken. Hof 's-Gravenhage vernietigt de aanslagen die zijn opgelegd met toepassing van de verlengde navorderingstermijn. De inspecteur had deze aanslagen namelijk eerder moeten opleggen. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de navordering wel de vereiste voortvarendheid in acht heeft genomen. Het was juist de advocaat van X die langdurig niet of niet tijdig reageerde. De aanslagen hadden dus in stand moeten blijven. De boetes worden conform de uitspraak van het hof gematigd tot 24%. Het beroep van de Staatssecretaris is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16