X en Y verdelen in het kader van hun echtscheiding ook de waarde van de levensverzekeringen en koopsommen. X wordt ondersteund door een advocaat. Hof Arnhem Leeuwarden oordeelt dat voor X de advocaatkosten niet aftrekbaar zijn.

Belanghebbende, X, is gehuwd geweest met Y. In een op 18 november 2003 ondertekend echtscheidingsconvenant is vastgelegd dat zij ook de waarde van de levensverzekeringen en koopsommen zullen verdelen. X laat zich ter verdediging van zijn belangen in de civiele procedure die aangespannen is door Y, ondersteunen door een advocaat. In vervolg op de in 2005 gesloten vaststellingsovereenkomst, betaalt X aan Y € 47.853. Dit bedrag en de advocaatkosten van € 7.265 trekt X verspreid over de jaren 2005 en 2006 af als onderhoudsverplichting. Als de inspecteur de aftrek niet toestaat, gaat X in beroep. Hangende het beroep heeft de inspecteur alsnog ambtshalve het bedrag van € 47.853 als onderhoudsverplichting in aftrek toegestaan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt over de advocaatkosten eerst dat die niet zijn aan te merken als onderhoudsverplichtingen. Vervolgens oordeelt het hof dat de kosten ook niet aftrekbaar zijn op grond van artikel 3.108 Wet IB 2001. Immers, bij de betalingen aan Y in het kader van de onderhoudsverplichting gaat het om een inkomensbesteding en niet om inkomensverwerving. Dat geldt eveneens voor de advocaatkosten die gemaakt zijn in het kader van de onderhoudsverplichting. Ook zij zijn niet gemaakt ter verwerving van het inkomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.3

Wet inkomstenbelasting 2001 3.108

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

2

Gerelateerde artikelen