Op 10 november 2008 vraagt mevrouw A bij de gemeente Bergambacht een vergunning aan voor het vervangen van een in 1948 geplaatste grafbedekking. De gemeente verleent haar op 9 december 2008 de gevraagde vergunning, de vervanging vindt plaats in 2008. Bij brief van 9 december 2008 deelt de gemeente aan A mee dat voor het nieuwe gedenkteken jaarlijks een onderhoudsrecht verschuldigd is. Op 29 juli 2010 overlijdt A, waarna de heffingsambtenaar van de gemeente aan haar erfgenamen (eisers) de in geschil zijnde aanslag grafonderhoudsrechten oplegt van € 45,50.
Rechtbank Dordrecht oordeelt dat na de afkoop van het onderhoudsrecht in 1966 de gemeente geen aanslag grafonderhoudsrechten mag opleggen naar aanleiding van plaatsing van een nieuw grafgedenkteken. De rechtbank overweegt dat ten tijde van de afkoop van het grafrecht in 1966 de in 1958 vastgestelde verordening op de heffing van begrafenisrechten gold. Uit deze verordening blijkt dat de heffing van onderhoudsrecht ziet op een geheel van prestaties en dat deze prestaties niet alleen betrekking hebben op het op het graf geplaatste gedenkteken, maar ook op onder andere de beplanting. Ook de afkoop van dit recht ziet derhalve op een samenstel van prestaties. Het ligt dan niet voor de hand dat het uitsluitend vervangen van de grafzerk in 2008 tot gevolg heeft dat de afkoop van het onderhoudsrecht komt te vervallen, aldus de rechtbank. Verder blijkt uit de verordening niet voor hoelang de onderhoudsgelden door betaling het 30-voud van het jaarlijkse recht worden afgekocht, zodat ervan moet worden uitgegaan dat de afkoop geldt voor de gehele periode waarin het recht tot begraven voor de rechthebbende voortduurt. Tevens blijkt niet uit de verordening dat bij plaatsing van een nieuw gedenkteken sprake is van een nieuw belastbaar feit en dat derhalve opnieuw onderhoudsgeld geheven kan worden. Ook is niet gesteld, noch gebleken dat door de plaatsing van een nieuw gedenkteken het onderhoud van aard is gewijzigd dan wel omvangrijker is geworden. Gelet op het vorenstaande moet dan ook worden aangenomen dat de afkoop van het onderhoudsrecht ook zou voortduren bij de vervanging van het gedenkteken. Het beroep van eisers is gegrond, de aanslag komt te vervallen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Dordrecht