De heer X was firmant van A vof, die in 1996 failliet is gegaan. B Bank nv had een vordering op A vof, waarvoor X hoofdelijk aansprakelijk was. Namens de bank heeft een incassobureau pas medio 1998 de invordering daarvan ter hand genomen. Eind 2004 komt X met dit bureau overeen dat hij € 19.748 zal voldoen ter finale kwijting. In geschil is of de inspecteur de aftrek door X van dit bedrag als nagekomen bedrijfslast terecht heeft geweigerd. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de schuld van X aan B Bank nv na de staking van de onderneming tot diens privévermogen is gaan behoren. Het door X in 2004 betaalde bedrag kan daarom niet ten laste van zijn inkomen kan worden gebracht. X maakt ook niet aannemelijk dat sprake is van een destijds geheel of gedeeltelijk niet in aftrek toegelaten stakingsverlies. Ook al zou er in 1996 sprake zijn geweest van een hoger stakingsverlies, dan nog had X tegen de ib/pvv-aanslag over dat jaar rechtsmiddelen moeten aanwenden. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.