Rechtbank Gelderland oordeelt dat de aanslag te hoog is vastgesteld en moet worden verminderd omdat de aflossing van de herziene bijstandsuitkering aan de gemeente kwalificeert als negatief loon.
Belanghebbende, X, en haar partner genieten tezamen een bijstandsuitkering. Als gevolg van een schending van de wettelijke inlichtingenplicht heeft de gemeente de bijstandsuitkering over diverse periodes vanaf 2000 herzien en teruggevorderd, waardoor X en haar partner een schuld aan de gemeente hebben die per 2019 € 54.938 bedraagt. In haar aangifte ib/pvv 2019 geeft X een inkomen in box 1 aan van € 4.976, maar volgens de aanslag is haar inkomen € 9.127. In geschil is of de aanslag ib/pvv 2019 niet te hoog is vastgesteld.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de aanslag te hoog is vastgesteld en dat deze moet worden verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag uit inkomen uit werk en woning van € 6.721. De aflossing van € 660,97, de vergoede proceskosten en dwangsom moeten worden aangemerkt als negatief loon. Het beroep van belanghebbende is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.101
Wet inkomstenbelasting 2001 3.100
Wet inkomstenbelasting 2001 3.1
Wet inkomstenbelasting 2001 3.146