Hof Den Haag oordeelt dat X bv het lage sectorpremiepercentage mag toepassen. Het hof overweegt daarbij dat de omvang van de te verrichten arbeid bij het aangaan van de overeenkomsten, afgezien van de periode van zes maanden van de ‘meer-minderurenclausule’, vaststaat.

X bv is voor de heffing van premie voor de sectorfondsen ingedeeld in sector 001 (agrarisch bedrijf). In de arbeidsovereenkomsten die zij met haar werknemers sluit is een ‘meer- en minderurenclausule’ opgenomen. Deze clausule houdt in dat de werknemer die minder uren heeft gewerkt dan de overeengekomen uren, deze minder uren niet krijgt uitbetaald. Dit geldt voor maximaal zes maanden. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X bv voor deze werknemers ten onrechte het lage sectorpremiepercentage heeft toegepast. Hij legt daarom een naheffingsaanslag loonheffingen op aan X bv waarbij het verschil tussen het hoge en het lage sectorpremiepercentage wordt nageheven.

Hof Den Haag oordeelt dat X bv het lage sectorpremiepercentage mag toepassen. Het hof overweegt daarbij dat de werknemers op basis van de overeenkomsten na afloop van het eerste half jaar recht hebben op betaling inzake de overeengekomen (wekelijkse) arbeidsduur.. Dit houdt in dat voor de overeenkomsten de omvang van de arbeid voor minimaal een aaneengesloten jaar reeds bij het sluiten van de overeenkomst bekend is en vaststaat, waarmee wordt voldaan aan de voorwaarden van art. 28 lid 1 Wfsv. Nu aan deze voorwaarden is voldaan, mag het lage premiepercentage gedurende de hele periode in aanmerking worden genomen. Het gelijk is aan X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Premieheffing

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 12 februari

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen